Op de opleiding tot theaterdocent ligt de focus in het eerste jaar op eigen makerschap en is er op drie verschillende momenten ruimte voor eigen creativiteit. Tijdens het eerste moment wordt er door een student binnen tweeënhalf uur een theatraal onderzoek ondernomen onder begeleiding van een klasgenoot en een docent, met andere klasgenoten als spelers.
In deze maak étude ging ik op zoek naar een manier om overpiekeren te theatraliseren. Ik had een concept op basis van cognitieve gedragstherapie met teksten van Sarah Kane als mogelijk startpunt voor dialoog. Uit het onderzoek is uiteindelijk een korte presentatie gekomen waarin drie klasgenoten ‘gedachten’ representeerden die het zelfdestructieve karakter van overpiekeren blootleggen. Ze slaan herinneringen op en die schrijven ze op stukken papier. Dat papier wordt opgepropt en neergelegd op de vloer. Vervolgens wordt het heel druk in het hoofd en proberen de gedachtes steeds meer prominentie te krijgen. Twee negatieve gedachtes proberen het positieve te verdrukken, eerst door uitsluiting en vervolgens door de negatieve herinneringen op te rapen en die voor te lezen. De positieve gedachte raakt gefrustreerd en doet er alles aan om hen te stoppen. Dat lukt uiteindelijk en de gedachtes gaan weer rustig op de vloer zitten. Ze scheuren stukken van de vloer af om nieuwe herinneringen te maken. De cirkel is rond en de loop herhaalt zich.
In cognitieve gedragstherapie is het zo dat negatieve of onbehulpzame gedachtes de overhand nemen en een gedachtespiraal vormen. De eerste stap is het erkennen van de gedachtes en vervolgens deze gedachtes te negeren of uit te schakelen. Bewustwording van je eigen gedachtepatroon in principe. dat is wat ik heb getracht te verbeelden en dat is, naar aanleiding van de publieksreactie, ook gelukt.