Spiderman: Turn Off The Dark is de naam van een van de weinige superheldenmusicals die er zijn. Het was een van de duurste producties ooit op Broadway. De productie moest uiteindelijk sluiten omdat, zo wordt er gezegd, de producenten de acteurs niet meer voor ongevallen konden verzekeren. Toch heeft Peter de Witte het aangedurfd om hier in Nederland een superheldenmusical te maken. Maar hij heeft geleerd van Spiderman, deze voorstelling neemt namelijk geen enkel risico. Marvellous is zo plat als de strips waar de voorstelling zogezegd een ode aan brengt.

De voorstelling start met een spreekbeurt over Superhelden waarin duidelijk wordt gemaakt over wat voor soort superhelden ze het gaan hebben en wat voor soort misdaden zij oplossen. ‘Het komt altijd goed’ zingen ze, maar dat weten we toch al? In een wereld waar er meer dan 20 Marvel-films zijn die elk jaar miljoenen binnen-harken weet iedereen toch wel wat een superheld is? Na dit openingsnummer komen we meteen bij het grootste probleem wat deze voorstelling heeft: de tekst. Aangezien de makers ‘een ode’ brengen aan superhelden, en geen oprechte parodie, wordt de humor vooral uit alledaagse ergernissen gehaald: Kiki ‘Justitia’ haat het normale leven, Ilona ‘de dochter van god’ en Joost ‘de Denker’ hebben huwelijksproblemen en ‘Testostero’ zit in de puberteit. Deze situaties worden wel grappig door de super-twist die de makers er aan geven maar het blijft materiaal wat we vaker en beter hebben gezien. Dat geldt bovendien ook voor de rest van het plot. Kiki wilt zo graag weer aan de slag als superheld dat ze samen met haar huisgenoot een superslechterik creëert die uiteindelijk niet meer te verslaan valt. Het is een plot die vaker voorkomt in films (o.a. The Incredibles) en het voelt dus ook een beetje moe aan hier. Maar het plot is ook niet hetgene wat de voorstelling drijft. Het plot van de voorstelling is namelijk meer een los raamwerk voor de grappen van Lucas de Waard en Daan Windhorst. Het doet hier en daar sterk denken aan de ‘Starkid’ musicals, Amerikaanse studentenproducties die specifieke franchises parodiëren. De sleutelwoorden daarvan zijn echter parodie en specifieke franchise. Marvellous knipoogt in tekst en uitvoering nauwelijks naar de populaire films van Marvel en met een makke opmerking over duisternis komt zelfs DC comics er makkelijk vanaf.

Visueel gezien doet de voorstelling het dan ook beter dan inhoudelijk. De superheldenkostuums zijn goed ontworpen en passen op een enkel kostuum na goed bij de personages. Zo draagt de dochter van God een kroon die aan een Aureool doet denken en is het pakje van Justitia zowel sexy als stoer. Het beste kostuum uit de voorstelling is echter dat van ‘de Kosmonaut’ de superslechterik die als een soort Daft Punk robot over het podium banjert. De vele lampjes op zijn kostuum reageren op de handeling en geven een intimiderend effect. De superheldenpakken lijken echter helaas meer een last op de voorstelling te zijn dan een pluspunt. De kostuums zijn namelijk lastig te om te kleden en dus worden alle andere kostuums over de superheldenpakjes heen gegooid, in sommige gevallen is dit duidelijk zichtbaar en het heeft helaas geen komische meerwaarde.

Het decor-ontwerp van Ascon de Nijs valt goed op. Met 3 bewegende elementen creëert hij de iconische skylines van de strip-steden met daarbinnen opvallend gekleurde ruimtes die verschillende functies dienen. De functionaliteit van het decor staat dan ook boven de netheid. Het is ruw en onaf maar dat heeft zijn charme, vooral in combinatie met het lichtontwerp. Er wordt goed gebruikt gemaakt van rook om lichtstralen zichtbaar te maken. Er zitten echter ook elementen in het ontwerp die niet werken. Zo worden bed spiralen gebruikt om computerservers te representeren, als ik de theatermaker niet gelezen had dan had ik gewoon aangenomen dat het een soort prikkeldraad moest voorstellen. Ook de regenmachine voegt niets toe aan de voorstelling.

Naast de regie schrijft Peter de Witte ook de liedteksten en de muziek. Hier moet helaas ook geconstateerd worden dat hij een van deze twee taken het beste aan iemand anders had kunnen geven. Na afloop ontstond er namelijk de discussie; mogen we dit wel een musical noemen? De liedjes komen vaak uit het niets, leggen de handeling stil en vertellen weinig over de personages wat we niet al uit de dialoog hebben op kunnen vangen. Functioneel zijn de liedjes waardeloos. Maar ook in vorm zijn ze verschrikkelijk. Op het refrein van één lied na zou ik geen enkel lied meer kunnen herinneren en het is helaas ook niet zo dat de muziek in dienst staat van een indrukwekkende choreografie.

In de conclusie moet ik wel zeggen dat ik gelachen heb bij de voorstelling. De grappen die gericht zijn op de actualiteit vallen goed. Ook kleine verstopte grapjes zijn leuk om te ervaren. Toch kan ik iedereen aanraden bij deze voorstelling vandaan te blijven als je van plan was de volle mep te betalen, wacht op die last-minute korting of zwaai je CJP pas. Het is oprecht een avondje lachen, maar als je hem niet ziet zul je niks gemist hebben. Er zijn betere voorstellingen waar je je geld aan uit kan geven, dat kan ik je verzekeren.